Een vertegenwoordiger komt op voor de rechten van een persoon die daar zelf niet meer toe in staat is. De rol van de vertegenwoordiger is dus van belang bij iemand die zogenaamd ‘beslissingsonbekwaam’ is. De vertegenwoordiger krijgt plaatsvervangend elk recht van de patiënt, zoals geïnformeerd worden, toestemming geven aan een behandeling, het dossier inzien, en zo meer.
Op het moment dat een meerderjarige persoon zelf nog zijn/haar/hun rechten kan uitoefenen, kan die een vertegenwoordiger aanstellen met het formulier ‘Aanwijzing van een vertegenwoordiger’.
Deze aanstelling kan steeds worden ingetrokken met het formulier ‘Herroeping van een vertegenwoordiger’.
Heeft de patiënt/cliënt geen vertegenwoordiger aangeduid? Dan worden zijn/haar/hun rechten uitgeoefend volgens een watervalsysteem. Wie de vertegenwoordiger is, hangt dan af van een welke naasten er bereid zijn de rol op te nemen, volgens een vooraf bepaalde volgorde.
Bij minderjarigen treden in veel gevallen de ouders of voogd op als vertegenwoordiger. De minderjarige wordt evenwel zoveel mogelijk bij de uitoefening van zijn rechten betrokken en kan ze soms zelfs zelfstandig uitoefenen. Het kan ook dat de minderjarige wel als ‘beslissingsbekwaam’ ingeschat wordt en dan zelf kan beslissen over de uitoefening van diens rechten.